Verhoging van de patrimoniumtaks: nadelig voor de private stichting
Patrimoniumtaks of taks ter vergoeding der successierechten
De patrimoniumtaks of taks ter vergoeding der successierechten is een belasting die van toepassing is op VZW’s en private stichtingen ter compensatie van het feit dat het vermogen van een VZW of private stichting niet onderworpen is aan successierechten of erfbelasting. Een VZW of private stichting heeft immers geen aandelen of aandeelhouders, waardoor er geen overlijden van de eigenaar kan zijn en er dus ook geen erfbelasting over het aangehouden vermogen meer verschuldigd zal zijn. De taks tot vergoeding der successierechten of patrimoniumtaks vervangt bijgevolg de niet meer toepasselijke erfbelasting.
De patrimoniumtaks is jaarlijks verschuldigd op het geheel van de bezittingen van de VZW of private stichting, zowel roerende, onroerende, lichamelijke als onlichamelijke goederen. De waardering van het vermogen gebeurt op 1 januari van het aanslagjaar.
De vzw’s, private stichtingen en internationale vzw’s waarvan het geheel van de bezittingen een waarde heeft lager dan 25.000 euro, waren niet aan de taks onderworpen.
Verhoging van het tarief van 0,17% naar 0,45%
Met de wet van 28 december 2023 houdende diverse fiscale bepalingen werd deze patrimoniumtaks aangepast.
Het toepasselijke tarief bedroeg reeds jarenlang 0,17% op het aangehouden vermogen, maar wordt nu vervangen door een progressief tarief gaande van 0,15% tot 0,45%, afhankelijk van de grootte van het vermogen van de stichting of VZW. Op de eerste 50.000€ is de taks niet verschuldigd.
Tariefschijf | Toepasselijk tarief |
Schijf van 0€ tot 50.000€ | 0% |
Schijf van 50.000,01€ tot 250.000€ | 0,15% |
Schijf van 250.000,01€ tot 500.000€ | 0,30% |
Boven 500.000€ | 0,45% |
Nadelig voor de private stichting en een planning naar kinderen met een beperking
De private stichting wordt vaak gebruikt in het kader van een successieplanning naar kinderen met een beperking. Deze kinderen zijn vaak niet bekwaam om het vermogen te beheren éénmaal hun ouders zijn weggevallen. Een overdracht van vermogen naar de private stichting kan de ideale oplossing bieden. Binnen de private stichting wordt een bestuurder aangeduid die het vermogen van de private stichting beheert en vanuit de private stichting kan instaan voor de (financiële) zorgen van het kind met een beperking.
Door het toepassen van een hoger belastingtarief lijken onze politici deze planningsvorm nu fiscaal te willen penaliseren, wat een spijtige zaak is.
Antimisbruikbepaling
De wetgever heeft meteen ook verduidelijkt dat de algemene antimisbruikbepaling in boek I van het Wetboek Successierechten ook van toepassing is op de taks tot vergoeding der successierechten (opgenomen in boek II van het Wetboek Successierechten (artikelen 147 tot 160bis)). De algemene antimisbruikbepaling zoals bepaald in artikel 18, § 2, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten is bijgevolg eveneens van toepassing op boek I en boek II van het Wetboek Successierechten.
De Memorie van Toelichting geeft zo als voorbeeld dat de antimisbruikbepaling door de fiscale administratie kan worden ingeroepen bij de splitsing van een private stichting in twee afzonderlijke stichtingen om zo onder een lager tarief te vallen, wanneer er niet kan worden aangetoond dat daarvoor enige wezenlijke niet fiscale reden bestaat.
Ook de oprichting van twee of meer private stichtingen met dezelfde doelomschrijving zonder wezenlijke niet fiscale reden zal onder de antimisbruikbepaling vallen.
Inwerkingtreding
De verhoogde patrimoniumtaks is in werking getreden op 1 januari 2024. De vermogensaangifte over 2023 zal dus meteen gebeuren met toepassing van de verhoogde tarieven.