Invloed van het nieuwe verbintenissenrecht op uw schenking: beding van conventionele terugkeer
Werking van het (optionele) beding van conventionele terugkeer
Bij het verrichten van een schenking wordt vaak gebruik gemaakt van het beding van conventionele terugkeer als voorwaarde van de schenking. Dit beding bepaalt dat het door de schenker weggeschonken vermogen terugkeert naar de schenker indien de begiftigde zou komen te overlijden voor de schenker. Het beding vormt een ontbindende voorwaarde waardoor de schenking retroactief wordt ontbonden. De schenking wordt geacht nooit te hebben plaatsgevonden.
Deze clausule heeft haar nut op fiscaal vlak. Door de retroactieve ontbinding van de schenking is er geen erfbelasting (successierecht) verschuldigd op dit geschonken vermogen in de nalatenschap van de vooroverleden begiftigde. Anders zou de schenker erfbelasting moeten betalen op vermogen dat oorspronkelijk van hem was. Aangezien de schenking wordt ontbonden, maken de geschonken goederen geen deel uit van de nalatenschap van de begiftigde. De schenker neemt de geschonken goederen terug, zonder dat hierop erfbelasting moet worden betaald. De goederen worden geacht nooit het vermogen van de schenker te hebben verlaten.
Dit beding van conventionele terugkeer kan eveneens als een optionele clausule worden geformuleerd. De schenker heeft hierdoor de keuze om al dan niet beroep te doen op het beding van conventionele terugkeer en bijgevolg al dan niet de geschonken goederen te laten terugkeren. De schenker kan kiezen wat de beste oplossing is, afhankelijk van de concrete situatie op ogenblik van vooroverlijden van de begiftigde.
Invloed van het nieuwe verbintenissenrecht
Het is net dit retroactief karakter van de ontbinding dat kan worden beïnvloed door de invoering van het nieuwe verbintenissenrecht.
Het nieuwe verbintenissenrecht bepaalt dat een ontbindende voorwaarde niet langer terugwerkende kracht heeft. Het nieuwe artikel 5.147, lid 1 Burgerlijk Wetboek stelt dat de vervulling van de voorwaarde uitwerking krijgt van rechtswege en voor de toekomst. De vervulling van de ontbindende voorwaarde geeft aanleiding tot restitutie (teruggave) van de geleverde prestatie.
De ontbinding van de schenking gebeurt bijgevolg pas vanaf het overlijden van de begiftigde, zonder retroactieve werking. Op fiscaal vlak kan dit een aanzienlijk verschil uitmaken, aangezien de geschonken goederen nu wel in de nalatenschap van de overleden begiftigde kunnen vallen.
Gevolgen voor reeds verrichte schenkingen
Het nieuwe verbintenissenrecht, zoals opgenomen in Boek 5 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, is in werking getreden op 1 januari 2023. Artikel 5.147, lid 1 B.W. heeft bijgevolg effect op alle schenkingen die zijn verricht vanaf 1 januari 2023.
Schenkingen verricht voor 1 januari 2023 worden niet gevat door artikel 5.147, lid 1 Burgerlijk Wetboek. Deze blijven onderworpen aan de bepalingen van het oude Burgerlijk Wetboek (artikel 1179 en 1183 oud BW), waardoor het beding van conventionele terugkeer haar retroactieve werking behoudt.
Schenkingen verricht vanaf 1 januari 2023 waarbij niet voldoende duidelijk is bepaald dat het beding van terugkeer retroactieve werking heeft, verdienen veiligheidshalve wel de nodige aandacht. Indien men zeker wil zijn dat men de retroactieve werking kan behouden, dient dit best expliciet te worden vermeld. Aangezien het nieuwe artikel 5.147, lid 1 Burgerlijk Wetboek van aanvullend recht is, kan men afwijken van deze nieuwe wetsbepaling. Een wet die van aanvullend recht is, is enkel van toepassing indien men hier contractueel niet van afwijkt. Voor reeds verrichte schenkingen vanaf 1 januari 2023 kan een interpretatieve akte of een aanvullende overeenkomst een mogelijke oplossing bieden.
Gevolgen voor nog te verrichten schenkingen
Ook voor nieuw te verrichten schenkingen is het aangewezen expliciet te vermelden dat het beding van terugkeer retroactieve werking heeft.
Voor een gewoon beding van conventionele terugkeer (zonder optie) aanvaardt de Vlaamse Belastingdienst in haar gewijzigde standpunt nummer 16030 dat bij vervulling van de ontbindende voorwaarde het voorwerp van de schenking terugkeert naar de schenker zonder dat daarmee enige wilsuiting door de schenker is gemoeid. Om alle discussie te vermijden lijkt het best ook hier de retroactieve werking expliciet te vermelden.
Voor een optioneel beding van conventionele terugkeer is de opname van de juiste vermeldingen absoluut noodzakelijk. De Vlaamse Belastingdienst heeft in haar gewijzigde standpunt nummer 16030 gesteld dat het lichten van de optie voor schenkingen die dateren vanaf 1 januari 2023 immers slechts uitwerking heeft voor de toekomst, waardoor de goederen die terugkeren naar de schenker op het ogenblik van het lichten van de optie wel degelijk deel uitmaken van diens nalatenschap en aldus onderworpen zijn aan erfbelasting. Vlabel stelt zelf dat de terugwerkende kracht door de partijen evenwel bij de schenking kan worden bedongen.